Een glazuur is een dunne glasachtige laag aangebracht op een gebakken scherf om deze te beschermen, te decoreren of te verbeteren. Door het glazuren wordt aardwerk minder poreus, waardoor het beter geschikt wordt voor het bewaren van vloeistof. Het glazuur wordt gemaakt van verschillende stoffen in poedervorm. De hoeveelheid van een bepaalde stof kan de kleur van het glazuur veranderen.
Fabrieksglazuren zijn glazuren die op de scherf geen fout meer geven, moleculair dicht van structuur zijn, zodat steeds een constante kwaliteit kan worden gegarandeerd. Maar je kan ook zelf een glazuur samenstellen. Deze glazuren worden vaak proefondervindelijk met enige basiskennis samengesteld. Vaak worden kleurstoffen en andere stoffen toegevoegd om bepaalde effecten te bereiken.

De functie van glazuur is :
1.het waterdicht maken van het keramisch voorwerp
2.het decoreren van het voorwerp
3.het beschermen van het voorwerp tegen invloeden van buitenaf (vuil, zuren)
4.de duurzaamheid te verhogen

We onderscheiden ze in temperatuurgebieden die te maken hebben met het moment waarop glazuur smelt en stolt.
Aardewerkglazuren (1000°-1100°)
Steengoedglazuren (1100°-1280°)

Grondstoffen voor glazuren :
De samenstelling van een glazuur bestaat uit drie groepen:
1.De smeltmiddelen of basegroep b.v. kalium (K), natrium (Na) of lithium (Li). Deze zouten zijn te vinden in veldspaten (een mineraal dat in de natuur voorkomt en wordt gedolven).
2.De middengroep of het geraamte, het bindmiddel, meestal aluminiumoxide(Al2O3) wordt aangetroffen in kaolien. Kaolien is een zuivere vorm van porseleinaarde, ook wel Chinaclay genoemd.
3.De glasvormer of zuurgroep, hoofdgrondstof is siliciumoxide (SiO2) die we in de mineralen kwarts en zand aantreffen.

Je kan oxides of body stains toevoegen aan een bestaand of zelf samengesteld glazuur.
Van Body stains gebruiken we 5%-20%, van oxides gebruiken we altijd minder omdat die zeer sterk kleuren.

Enkele oxides :
FeO (Fe2O3) ijzeroxide —> zwart, rood, geel en paars : 1-8% geel tot roestbruin
MnO (MnO2) mangaanoxide –> 0,5-5% roze tot violet, bruin tot zwart
CuO (CuO) koperoxide —> 1-5% turquoise tot zwart
Alternatief voor een lichtere tint is CuCO3 kopercarbonaat
CoO (Co3O4) cobaltoxide (zeer duur) —> 0,5-3% licht- tot donkerblauw
Alternatief voor een lichtere tint is CoCO3 cobaltcarbonaat
CrO (Cr2O3) chroomoxide —> 0,5-3% licht- tot donkergroen
NiO (Ni2O3) nikkeloxide —> 0,5-3% grijs tot groenzwart
TiO (TiO2) titaanoxide —> 1-3% geel
ZnO (ZnO2) zinkoxide —> 1-3% blauw tot groen

Enkele grondstoffen die kunnen toegevoegd worden aan een glazuur en hun werking :
Als we een glanzend glazuur willen dekkend, witter of mat maken, kunnen volgende oxides en stoffen tot 50% worden toegevoegd :
SnO (SnO2) tinoxyde —> wit
ZrO (ZrO2) zirkoonoxyde —> wit
ZnO (ZnO) zinkoxyde —> satijn
Kaolien —> mat

Grondstoffen kunnen ook worden toegevoegd aan klei, gietklei of porselein om hun werking aan te passen :

pg 1: deflocculanten, chamotte, molochite
pg 2: kwarts, bentoniet, bentone
pg 3: vlas- en papiervezels, veldspaat, nepheline syenite

Indien je je hier verder wil in verdiepen, raden we je de volgende link aan:

glazuurboek